Ga, jij!
![]() Hoe maak je je los uit beknellende en vernederende patronen? Hoe vind je de moed om te breken met wat jouw menswording in de weg staat? Daar is niet zomaar een antwoord op te vinden. En in de praktijk blijkt dat de antwoorden op deze vragen je nauwelijks verder helpen. Grote voornemens om het anders te gaan doen, blijven vaak steken. Het oude en vertrouwde blijft aan je trekken. Vele vernieuwingen vallen vaak weer terug in oude structuren. Wie waagt het ook een weg in te slaan waarvan hij zelf niet weet waar die toe zal leiden? In het grote oerverhaal uit de bijbelse geschriften gaat het daarover. Het verhaal van aartsvader Abraham zet hier mee in. Zomaar één mensje maakt zich los uit de grote dominante beknellende wereld van Babel. De ban wordt gebroken. Hij verlaat de hem zo bekende wereld. De wereld waarin je weet waar je aan toe bent. Waarin je weet wat er van je verwacht wordt en wat niet. Abram gaat. ‘De stilstand is voorgoed voorbij’, dicht Barnard. Maar wat is het dat hem doet gaan? Eerdere pogingen zijn gestrand. Begonnen met mooie voornemens en schitterende plannen. Maar liepen op niets uit. Waar begint zijn menswordingsweg? Het is een stem. Een roep. Een stem van buiten. Zomaar ineens. Een stem die zegt: Gá jij! De weg van Abram begint niet bij hemzelf. Is geen eigen initiatief. Maar vindt zijn oorsprong in een stem die hem aanspreekt. Die bij hem een vertrouwen wekt, zoals hij dat niet eerder heeft gekend. Het is een stem van iemand die weet wat niet geweten wordt. Van iemand die zegt dat er een land is om te wonen. En een toekomst. En Abram gaat. Hij ademt diep de vrijheid in. De wereld staat aan haar begin. | ||
terug | ||