Deze Zondag
![]() Reuzen Iedereen kent wel een reus in zijn leven. Van die zaken waar je pijn in je buik van krijgt. Dingen die je leven overschaduwen. Dat immense conflict waarin je verwikkeld bent geraakt. Of die ziekte die op loer ligt om je beet te nemen. De dood die zomaar je leven binnen dendert. Of je huwelijk waarvan je het gevoel hebt dat het mis gaat. Die spookachtige zorgen om je kinderen, je kleinkinderen. Of verder van huis: die reusachtige wereldproblemen waar maar geen oplossing voor is. Dat dodencijfer in Turkije en Syrië dat almaar oploopt. Die immense dreiging op ons eigen continent. Antisemitische teksten op het Anne Frankhuis. Het staat misschien wat op afstand, maar tegelijk zijn het de reuzen die ons beeld van deze tijd zo kunnen bepalen. Die reuzen kunnen zomaar alles bezetten in je hoofd en in je hart. En als je niet uitkijkt ga je net zo praten als die reus. Lijkt er voor andere woorden geen ruimte meer. Het verhaal van aanstaande zondag wordt beheerst door een reus. Een wanstaltig scheldend monster. Als hij een stap zet, dan dreunt de aarde. Een doodsreus is het die alles kapot wil maken wat menselijk is. Alles aan hem is bovenmaats. Goliat is zijn naam. Een onmens die iedereen vastzet in de angst. Een pseudo-god waar iedereen van in de greep is. En niemand durft wat te doen. Niemand durft dit beest in de bek te kijken als hij in dat donkere doodsdal loopt te vloeken. Het volk kijkt naar de koning, maar koning staat te bibberen op zijn benen. Niemand durft dit monster aan. Maar Goddank is daar dat schaapherdertje David. Hij komt wat eten brengen voor zijn broers. En als hij de angst ziet in de ogen van zijn broers, verbaast hij zich. Dit laten we toch niet gebeuren? We laten ons toch niet beetnemen door zo’n ‘voorhuid’? Maar niemand snapt David. Laat die vooral teruggaan naar zijn schapen. Wat moet die hier? Hij neemt de reus niet ernstig genoeg. Toch laat David zich niet wegsturen. ‘Een mens mag zijn moed niet verliezen door zo’n reus’, zo roept hij. En hij gaat het aan. Niet met tanks en met kanonnen, maar met vijf tora-steentjes. Dat moet genoeg zijn. Tegengif tegen de dood en de angst. De reus moet om hem lachen. Maar één steentje is genoeg om die reus omver te krijgen. Het woord van liefde en bevrijding acht Davidje het beste wapen tegen alle reuzen en angstspoken in ons leven en in onze wereld. Een schaapherder doet het ons voor. Laten we van die steentjes maar eten en drinken rond de tafel van de uittocht, aanstaande zondag. Het helpt vast. Ad van Nieuwpoort
| ||
terug | ||