| Deze zondag  Het gevaar is groot dat we de fout altijd bij anderen zoeken, zeker in onze huidige cultuur en maatschappij. Want vaak nemen zowel politici – en al helemaal in deze verkiezingstijd – als ook ‘gewone’ burgers mensen elkaar de maat, zowel individueel als groepsgewijs. Dan komen wij of kom ik er goed vanaf en de ander staat in de beklaagdenbank. Misschien doen we dat uit angst ontmaskerd te worden. Misschien doen we het om onszelf te rechtvaardigen, zoals de farizeeër, om ons eigen hachje te redden en de eigen fouten niet onder ogen te komen. Misschien zien we de balk in ons eigen oog over het hoofd om de splinter in het oog van die ander maar te kunnen aanwijzen, zoals Jezus het in een andere gelijkenis stelt. Hoe wij ook naar anderen of onszelf kijken, God kijkt anders, laat Jezus zien. God ziet in het verborgene en heeft oog en oor voor onze eerlijke zelfonderzoek, voor ons berouw. God, die rechtvaardig is, vraagt eerlijkheid, maar is ook ene vergevingsgezinde, genadige God. Zoals wij zingen in psalm 139: “Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mij zelf ooit ken”. Het is vanuit dit geloof in een barmhartige, genadevolle God dat Maarten Luther de verwording van de Middeleeuwse biecht- en boetepraktijk aan de kaak stelde en er het geloof in Gods liefde voor in de plaats stelde. Wie vertrouwt op Gods liefde, durft zich ook echt te verootmoedigen en zichzelf als niet meer en niet minder dan kind van God te zien. De tollenaar en ook het zelfportret van schilder Deborah Poynton op de orde van dienst houden ons een ‘biechtspiegel’ voor. Hun schaamte en hun berouw confronteren ons met vergelijkbare eigen gevoelens. Maar zij en wij mogen weten dat God meer in ons ziet dan onze fouten en ons waardig acht rechtvaardig te heten in zijn ogen. Dat is een hoopgevende gedachte, in de week van Hervormingsdag. Tot zondag. Ds. Erwin de Fouw | ||
| terug | ||


.jpg)
.jpg)
.jpg)