Deze Zondag
Deze Zondag
Moed Ons land is op weg naar 18 miljoen inwoners. De toename in het afgelopen jaar is grotendeels te verklaren uit de komst van de vluchtelingen uit de Oekraïne, arbeidsmigranten en buitenlandse studenten. Velen vrezen dat ons land zal bezwijken onder die toename en houden een andere groep instromers, vluchtelingen uit andere landen en asielzoekers, hiervoor verantwoordelijk. Populisten voeden die vrees door te wijzen op de problemen in de opvang van deze groep mensen, met een verwijzing naar de -wekenlange- onhoudbare situatie in Ter Apel. Dat de opvangproblemen meer het gevolg zijn van het afschalen van de opvangvoorzieningen en de vermindering van personeel in de afgelopen jaren, dan door de toename van deze toestroom, wordt hierdoor verhuld. Mensen die alles achter zich hebben moeten laten zijn hiervan de dupe. Bovendien worden ze in de beeldvorming vaak weggezet als profiteurs of gelukzoekers. Het Bijbelverhaal dat we deze zondag lezen (1 Koningen 17: 8-24) houdt ons een spiegel voor. De ontvangst van een vreemdeling wordt erin teruggebracht tot een existentiële zaak. Een weduwe wordt door een vluchteling gevraagd het laatste restje voedsel dat ze heeft met hem te delen. Ze gaat in op zijn verzoek en zet daarmee haar eigen leven en dat van haar kind op het spel. Daar is moed voor nodig. Haar eigen belang maakt zij ondergeschikt aan de hulp van een medemens in nood. Moedig zijn ook degenen die een blinde bij Jezus brengen, een medemens in nood (Marcus 8: 22-26). Blinden waren in die tijd veelal aan zichzelf overgeleverd, zonder perspectief op een beter bestaan. Ze geloven dat Jezus het onmogelijke mogelijk kan maken door de blinde de ogen te openen. Hun vertrouwen wordt niet beschaamd. Jaap van de Meent | ||
terug | ||