Ritselruimte
Ritselruimte
‘We missen deze dagen ritselruimte’, zo schrijft FD-columnist Roland van der Vorst. En met die ritselruimte bedoelt hij de ruimte tussen efficiënte bezigheden. Ritselruimte is essentieel voor innovatie en creativiteit. Het is de ruimte voor het onverwachte, het spontane, de ruimte voor een nieuw perspectief. En helemaal sinds corona rondwaart, moeten we precies die ritselruimte zo missen met al onze online meetings en strak geregisseerde bijeenkomsten. Het begint ons zo langzamerhand op te breken. Ook als kerk. |
Die ritselruimte lijkt Nicodemus te zoeken als hij zich in de nacht tot Jezus wendt. Een leider van de Judeeërs wordt hij genoemd in het verhaal dat Johannes vertelt. Een man uit de gevestigde orde. Representant van de stalen kaders van de wet en de in beton gegoten religieuze instituties. Hij waagt het in de nacht om naar rabbi Jezus te gaan. Hij die bevrijder van mensen wordt genoemd. Terwijl iedereen slaapt zoekt hij wat hij nog niet weet. En misschien ook wel nooit zal weten maar ergens bij iemand geweten wordt. En met zijn gang in nacht, verlaat hij zijn vertrouwde denkkader. Net zoals Abram Oer verlaat om op weg te gaan naar wat hij zelf niet denken en organiseren kan. Nicodemus vindt in de nacht een weerwoord en Abram hoort een stem.
Het verlaten van het oude en vertrouwde, van het heilige geloof in rendement geeft ruimte aan een nieuw perspectief. ‘Van bovenaf geboren worden’, noemt de rabbi dat. Leven van een verhaal dat je geschonken wordt. Leven van de verbeelding. Veranderen van een ‘homo economicus’ in een ‘homo narrativus’, een mens met een verhaal. Vrij van alles wat hoort en moet en open voor een stem die zegt: ‘Ik zal met je zijn’. Leven uit de geest, noemt rabbi Jezus dat.
In de ritselruimte van de zondagochtend zoeken we naar dat verhaal, naar die stem. Opdat we nieuwe grond onder de voeten krijgen en mensen worden van het visioen van liefde en vrede. Mensen 'van boven'. |
|