Terugblik Duinzichtgesprek René Cuperus
De uitslag van de Europese verkiezingen viel al met al mee: het midden hield stand en von der Leyen kan aanblijven, maar wel zijn de pilaren van de EU, Frankrijk en Duitsland, ernstig verzwakt. Dat geldt na de verkiezingen in november 2023 overigens ook voor Nederland. Frankrijk en Duitsland zijn politiek en economisch in de EU leidende naties. De verkiezingen die President Macron uitschreef na zijn zware nederlaag zijn enerzijds een moedige zet, maar anderzijds een gok vooral ook voor Europa. Er is volgens Cuperus t.o.v. Europa sprake van een paradox: enerzijds besef dat Europa nodig is voor de veiligheid en aanpak van migratie, anderzijds zien we afkeer van Europa op andere onderwerpen. Dat heeft ook te maken met wat hij noemt de ‘gezags- en performance crisis’ in menige lidstaat. Overheden kunnen steeds minder ‘leveren’ terwijl een democratisch mandaat voor Europa zo nodig is. Het is daarom verstandig voorzichtig te zijn met het te veel ‘pushen’ van Europa. Op de vraag op welke onderwerpen hij doelt, ziet Cuperus met name een probleem met de klimaataanpak op Europees niveau. Die is te technocratisch en onevenwichtig: Tesla’s met subsidies voor de rijken, boeren komen in de problemen door te hoge energieprijzen. Hij is geen klimaatscepticus, maar noemt zichzelf wel ‘klimaatdraagvlakscepticus’. Europa moet sterk zijn inzake economie en veiligheid, maar ruimte geven op andere terreinen (subsidiariteitsbeginsel). We hebben in Europa een nieuwe ‘drive’ nodig. Het gesprek ging vervolgens over de maatschappelijke veranderingen in veel lidstaten en ontstane tegenstellingen zoals die in ons land blijken uit de Atlas van Afgehaakt Nederland. De bovenhelft van de bevolking is bezorgd over het klimaat, de onderste over migratie. Er is in de afgelopen 20 jaar van de neo-liberale agenda door o.m. globalisering steeds meer kansenongelijkheid ontstaan en een flinke kloof tussen de grote stad en de regio. Ook constateert hij vervreemding en verweesdheid in delen van de samenleving. Beleid is vaak te abstract, men heeft op ministeries te weinig antenne voor wat in de samenleving leeft. In de tijd van de verzuiling vonden hoger- en lageropgeleiden elkaar in hun zuil. Dat is verdwenen. Mensen leven nu in eigen van elkaar gescheiden bubbels. Er is behoefte aan meer verbinding en herstel van de ’gematigde middenklassesamenleving’ die zo typerend is/was voor veel Europese landen. Ook speelt de vraag hoe je verstandig omgaat met ingrijpende transities. Dat betreft klimaat maar bijv. ook de forse uitbreidng van ASML en de gevolgen in die regio voor de gewone man (zoals sterke stijging huizenprijzen). De winst van Wilders in november jl. kwam als een verrassing, diens programma was niet op meeregeren maar op voortgaande felle oppositie gericht. Dat hij nu meeregeert zou je in zekere zin ‘een democratisch ongeval’ kunnen noemen. De grote vraag bij het nieuwe kabinet is of dat tegenstellingen, zoals tussen stad en platteland en hoog- en laagopgeleiden, weet te overbruggen. Als positief voorbeeld verwijst hij naar de Gemeenteraad van Rotterdam waar Denk en Leefbaar Rotterdam allebei in het college zitten. Maar dat stelt ook eisen aan Wilders en kan die dat opbrengen? Al met al leven we in onzekere tijden terwijl we juist nu sterke democratieën nodig hebben in een sterk Europa. Pieter de Savornin Lohman | ||
terug | ||